De werkgever mag de kosten van bepaalde opleidingen niet meer verhalen op de werknemer. Het gaat dan om opleidingen die de werkgever op grond van toepasselijk Unierecht, toepasselijk nationale recht, een collectieve arbeidsovereenkomst, of een regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan verplicht is aan te bieden, zoals opleidingen op het gebied van veiligheid. De werknemer moet deze opleidingen bovendien onder werktijd kunnen volgen. Een uitzondering wordt gemaakt voor huishoudelijk medewerkers.

Bedingen in arbeidsovereenkomst die bepalen dat de werknemer (een deel van) de kosten van op grond van de wet of cao verplichte opleidingen moet terugbetalen (bijvoorbeeld als de werknemer binnen een bepaalde periode uit dienst gaat) zijn na de invoering van de richtlijn nietig (gelden niet of niet meer). De kosten van deze opleidingen kunnen ook niet meer worden afgetrokken van de transitievergoeding.

Studiekosten verplichte opleiding voor werkgever

• De werkgever mag de kosten van bepaalde verplichte opleidingen vanaf 1 augustus niet meer verhalen op de werknemer.

• De kosten van deze opleidingen kunnen ook niet meer worden afgetrokken van de transitievergoeding. De werknemer hoeft de kosten dus niet te betalen. Doet hij dat na 1 augustus toch, dan kan hij een procedure starten om onterecht betaalde kosten terug te vorderen of de werkgever.
• Het gaat om opleidingen die de werkgever op grond van toepasselijk Unierecht, toepasselijk nationale recht, een collectieve arbeidsovereenkomst, of een regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan verplicht is aan te bieden, zoals opleidingen op het gebied van veiligheid.

• Beroepsopleidingen of opleidingen die werknemers verplicht moeten volgen voor het verkrijgen, behouden of vernieuwen van een beroepskwalificatie vallen niet onder de nieuwe wetgeving (tenzij de werkgever verplicht is om deze aan te bieden aan de werknemer op grond van het Unierecht, het nationale recht of een collectieve overeenkomst). Het gaat hier om de zogenoemde gereglementeerde beroepen. De werkgever kan uiteraard wel overeenkomen met zijn werknemers dat hij de kosten van deze beroepsopleidingen op zich neemt.
• De werknemer moet deze verplichte opleidingen onder werktijd kunnen volgen.
• Een studiekostenbeding waardoor (een deel van) de kosten van de verplichte opleidingen toch op de werknemer worden verhaald, is vanaf 1 augustus nietig (geldt niet).
• Kosten die toch bij de werknemer in rekening worden gebracht, kan de werknemer terugvorderen.
• Opleidingen en scholingen die voor een werknemer niet verplicht zijn o.g.v. wet, cao en Europees recht of rechtspositieregelingen, zullen niet onder het voorgestelde regime gaan vallen. Een studiekostenbeding over deze opleidingen en scholingen dat voor 1 augustus is overeengekomen, blijft dus na 1 augustus gewoon geldig.
• Het kan voorkomen dat een betaalschema is afgesproken voor 1 augustus, waarbij de werknemer de studiekosten voor verplichte scholing (o.g.v. wet, cao, Europees recht of rechtspositieregelingen) in delen terugbetaalt over een bepaalde periode. De werkgever hoeft bedragen die de werknemer voor 1 augustus verschuldigd was en heeft voldaan, niet terug te betalen. Vanaf 1 augustus 2022 is het studiekostenbeding waarbij de kosten van de verplichte scholing worden verhaald op de werknemer echter nietig. De delen die de werknemer verschuldigd is na 1 augustus, hoeft de werknemer dan niet meer te voldoen.
• De werkgever hoeft bedragen die de werknemer voor 1 augustus verschuldigd was aan studiekosten en heeft voldaan aan de werkgever, niet terug te betalen.
• Check welke scholing in je bedrijf verplicht is op grond van toepasselijk Unierecht, toepasselijk nationale recht, een cao, of een regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan;
• Check welke individuele of collectieve overeenkomsten afspraken bevatten over kosten van scholing. Pas deze afspraken voor 1 augustus waar nodig aan;
• Check de standaard studiekostenbedingen en pas deze waar nodig aan;
• Check de standaardbedingen over de aftrek van scholingskosten op de transitiekostenvergoeding en pas deze waar nodig aan.